Beeldverhaal ‘Mij niet gezien’ belicht gevoel van onzichtbaarheid in de zorg
Let op. Dit is een ouder bericht. Het kan zijn dat de inhoud niet meer actueel is.
Een team van de universiteit van Straatsburg heeft bij muizen bestudeerd of een borstkankermedicijn ook effect kan hebben op de spierkracht bij centronucleaire myopathie (CNM). Eerder werd de werkzaamheid al aangetoond in diermodellen van myotubulaire myopathie en Duchenne spierdystrofie.
Het gaat om het middel tamoxifen, dat de effecten van het hormoon oestrogeen tegengaat. De onderzoekers bestudeerden de effecten van de toediening gedurende vijf weken in twee muismodellen: één met BIN1-gerelateerde centronucleaire myopathie (BIN1-CNM) en één met DNM2-gerelateerde centronucleaire myopathie (DNM2-CNM). Beide muismodellen waren drie weken oud.
De resultaten
Er was geen effect te zien op de hoeveelheid spieratrofie (het dunner of minder krachtig worden van de spieren) of de abnormaal hoge DNM2-waarden in de celmodellen voor patiënten. Desondank toont de verbetering in de spieren van muizen het potentiële therapeutische nut van tamoxifen aan bij verschillende vormen van centronucleaire myopathie.
Voor myotubulaire myopathie is momenteel een vervolgonderzoek aan de gang naar de veiligheid en het effect van tamoxifen bij patiënten (een fase-1/2-klinische studie).
Bronnen:
Gecontroleerd door Sanne van de Camp, promovendus Radboudumc, in opdracht van dr. Nicol Voermans.