Het kort geding dient op 21 november a.s. Inzet van het kort geding is de robotarm.
Tot vorig jaar kreeg iedereen die daar voor in aanmerking kwam een robotarm, op basis van een subsidieregeling. Maar sinds begin dit jaar worden particulier verzekerden van de wachtlijst geschrapt. Een nieuwe bezuiniging? Welnee. Het gevolg van onvoldoende doordachte regelgeving, die al een paar jaar verkeerd is uitgevoerd.
De robotarm
De robotarm is een soepel bewegende grijparm vol elektronica, die vrij eenvoudig op een rolstoel gemonteerd kan worden. Het is een fantastisch hulpmiddel voor iemand die door een spierziekte zijn armen nauwelijks meer kan bewegen. Met een enkele vingerbeweging pak je een glas water, leg je een boek voor je neer, zet je je bril recht op je neus. Het is niet meer nodig om voor ieder wissewasje een beroep te doen op je verzorger. De arm geeft onafhankelijkheid en op den duur ook een kostenbesparing. De robotarm werd eind jaren tachtig op verzoek van de VSN ontwikkeld door TNO. Na de nodige testen konden begin jaren negentig de eerste mensen profiteren van de robotarm. Het gebruik van een robotarm kost, inclusief onderhoud, ongeveer € 8.000,- per jaar. Enkele tientallen mensen komen per jaar in aanmerking voor een robotarm.
Uit het pakket, in het pakket
Bij een grote bezuinigingsoperatie in 1994 viel de robotarm buiten alle regelingen. Er werd getwijfeld aan het nut van dit hulpmiddel. Het ministerie wilde een onderzoek zien naar de robotarm, voordat besloten werd tot een hernieuwde verstrekking. Dat duurde jaren, maar in 1999 startte dit onderzoek. In 2000 verscheen er een positief rapport, op basis waarvan het College voor Zorgverzekeringen de minister adviseerde de robotarm in het pakket op te nemen. Het onderzoek toonde aan dat het hulpmiddel nuttig was en zorgkosten bespaarde. Toch aarzelde de minister nog. In 2001 kondigde staatssecretaris Vliegenthart aan dat de robotarm verstrekt zou worden op basis van een subsidieregeling. Hiermee wilde men meer inzicht krijgen in de doelgroep en de wijze waarop de verstrekking van de robotarm het beste kon worden geregeld. Vervolgens zou de robotarm definitief in het pakket worden opgenomen.
Jammer voor particulier verzekerden
Vanaf 2001 mocht Revalidatie Techniek Het Dorp uit Arnhem per jaar ongeveer 40 robotarmen verstrekken. Er was inmiddels een behoorlijke wachtlijst ontstaan. In het voorjaar van 2003 kregen particulier verzekerden plotseling te horen dat alleen ziekenfondsverzekerden voor de robotarm in aanmerking kwamen. VWS bleek, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is, particulier verzekerden uitgesloten te hebben van de regeling. Het ministerie heeft dit echter volstrekt onvoldoende gecommuniceerd. In 2001 en 2002 hebben daardoor verschillende particulier verzekerden een robotarm gekregen. In 2003 werd deze 'fout' alsnog hersteld.
Ongelijkheid
De VSN vindt dat er nu ten onrechte een onderscheid wordt gemaakt tussen ziekenfondsverzekerden en particulier verzekerden. Normaal gesproken hebben particulier en ziekenfondsverzekerden in gelijke omstandigheden recht op dezelfde hulpmiddelen. Ook kunnen mensen zo'n kostbaar hulpmiddel onmogelijk zelf aanschaffen. Het is wrang dat deze robotarm nu vooral wordt onthouden aan jongeren met een beperkte levensverwachting: voor hen tikt de tijd door. Zij zijn nu in een ambtelijk moeras terecht gekomen. Voor de VSN meer dan genoeg reden om via de rechter duidelijkheid te vragen. Het kortgeding dient op 21 november om 11.00 uur in het Paleis van Justitie in Den Haag. De zitting is openbaar.
De foto in dit bericht is afkomstig vanExact Dynamics, de leverancier van de robotarm.