Uitleg bij melding fabrikant Italfarmaco over overlijdens
De werkgroep PPS tipt dit keer het boek 'Blijdschap als levenskunst' van de Zwitserse filosoof Alexandre Jollien. In dit indringende en inspirerende boek onderzoekt Jollien – zelf geboren met een motorische beperking – hoe je ondanks kwetsbaarheid en onvolmaaktheid een vreugdevol leven kunt leiden.
Hoe kun je, ondanks al je beperkingen, een vreugdevol leven leiden? Een indringende vraag voor Alexandre Jollien, een Zwitserse filosoof die met een motorische stoornis ter wereld kwam. Alexandre: ‘Ik heb mijn leven gewijd aan vechten tegen de gevolgen van een handicap, die op het laatst het middelpunt van mijn bestaan vormde’.
De handicap van Alexandre Jollien zet hem aan tot nadenken: zonder aan de handicap voorbij te gaan, wil hij onderzoeken wat de filosofische traditie hem aanreikt over de kunst van de blijdschap. Om te leren hoe een mens met zijn beperkingen kan omgaan. Om te ontdekken dat het leven ondanks alle tegenslagen, heel erg de moeite loont: ‘Ik wil de werkelijkheid aanvaarden en vrolijk het vak van mens zijn te beoefenen.’
In het boek gaat hij in briefvorm te rade bij diverse filosofen. Zo stelt hij de vraag aan Epicurus (341-270 v. Chr.) die de vraagstelling: ‘wat heb ik nodig om gelukkig te zijn’ ombuigt naar: ‘hoe kun je hier en nu gelukkig zijn?’ Durf ik te beginnen met het geluk te ontwikkelen daar waar het zich aandient. Bijvoorbeeld ‘om de hoek’, heel dichtbij dus.
Jollien beschrijft dat hij dacht dat het huwelijk het eeuwige geluk zou brengen, totdat hij merkt dat er ruzietjes insluipen, bijvoorbeeld over een wc-bril die kapot is. De behoefte aan het absolute, het perfecte, maakt dat het geluk ingeperkt wordt door ‘ja, maar…’ Epicures nodigt uit om het langskomende geluk met open armen te ontvangen. Dankbaarheid te oefenen. ‘Wie geleerd heeft wat de begrenzingen van het leven zijn, weet dat wat het onbehaaglijke gevoel van behoefte wegneemt en wat ons hele leven volmaakt laat zijn, gemakkelijk te verkrijgen is’ (Epicures: Authentieke leerstellingen in ‘Brief over het Geluk’).
Zo formuleert Jollien de paradox: door je verlangens in te perken en meer op de realiteit af te stemmen, geniet je het meest. Maak het klein, aldus Jollien: ontsla jezelf van de zorgen voor morgen en als het lukt, doe je kracht op om de oefening voort te zetten!
Baruch de Spinoza (1632-1677) helpt Jollien in het begrip ‘vergelijken’: door vergelijking krijgt wat we missen nadruk en dringen verschillen zich op. We vergelijken om onszelf gerust te stellen. Door anderen onder de loep te nemen, stellen we onszelf juist bloot aan uitsluiting, aan verschillen, aan wat me missen. De vraag die daaruit volg is natuurlijk: hoe komen we af van die neiging om onszelf steeds maar te spiegelen aan ideaalbeelden.
Een kernbegrip van Spinoza is de zin: ‘niet bespotten, niet bejammeren, niet verachten, maar begrijpen’… alles hangt af van onze kijk op de dingen. Zo kun je op verschillende manieren kijken naar een krokodil die een gnoe verslindt. Wat rampzalig is voor de gnoe, is heel goed voor het reptiel. Welke kant is de goede? Spinoza helpt om je geschiedenis zoals die is, te accepteren daarop zonder fatalisme je vrijheid op te bouwen.
Jollien komt met persoonlijke voorbeelden: ‘Ik heb de angst om medelijden op te wekken een beetje laten varen doordat iemand mij erop wees dat het slopend is om hulpbehoevend te zijn’. Toen hij zichzelf in de spiegel zag was er een stem: ‘het valt niet mee om gehandicapt te zijn’. Ook met die last kon hij blij zijn. En tegelijk de oproep van Spinoza: ‘om vooruit te komen moet je in jezelf geloven en in de mogelijkheid van vooruitgang’: alles willen veranderen en gelukzalig de gebreken accepteren die je opvreten.
In een brief van Jollien aan Etty Hillesum (1914-1943) komen zijn vragen en zoektocht naar geluk samen. ‘Ik zie je voor me wanneer je bij tegenslag in plaats van te vluchten in jezelf neerknielt en stil blijft, zodat de opwinding beetje bij beetje wegsterft. Ik vind het mooi hoe jij alles loslaat doordat je jezelf toestaat gedeprimeerd te zijn (uit: Het verstoorde leven, dagboek van Etty Hillesum).’ En tegelijk op een bord ‘Verboden voor Joden’ bij het park, reageert Etty dat er nog zoveel ruimte is waar je kan zijn, vrolijk kan zijn, kan leven en musiceren. Etty heeft een absoluut geloof in een God en tegelijkertijd heeft ze in zichzelf het zwaartepunt van het bestaan gevestigd.
Dat inspireert Jollien: ‘natuurlijk moet je instemmen met de werkelijkheid, maar niet te snel. Accepteren betekent niet per se dat je je in je ellende opsluit, of afziet van hoop op een beter leven. We moeten onze zwakheid volledig aanvaarden maar het vertikken om ons erin te koesteren…’ Jollien voelt de pleister die Etty op vele wonden zou willen zijn: ‘ik voel dit tot in het diepst van m’n ziel’.
Kortom: een boek om je door te laten inspireren, te reflecteren op je eigen leven, je hersenen te oefenen en er levenswijsheid in te vinden! Stevige kost … dat ook!
Ps.: mocht je een leestip hebben, dan horen wij dat graag!