Terugblik AMC-programma Spierziektedag
Baby’s met AMC vertonen bij de geboorte afwijkingen in de stand van meerdere gewrichten.
Onder AMC vallen verschillende ziekten waarbij een kind al bij de geboorte afwijkingen heeft aan meerdere gewrichten. De gewrichten staan dan anders dan normaal. Dat heet contracturen. Meestal hebben kinderen met deze aandoening ook spierzwakte, dus minder spierkracht. AMC ontstaat meestal in de tweede of derde maand van de zwangerschap. De gewrichten kunnen niet goed bewegen of blijven uit zichzelf krom of recht staan.
Naar alle feiten over AMCAMC komt voor bij één op 5.000 tot 10.000 baby's
Bij dominante overerving heeft het kind 50% kans op het krijgen van de ziekte
Bij recessieve overerving heeft het kind 25% kans op het krijgen van de ziekte
Heb je net te horen gekregen dat je een spierziekte hebt? Of weet je het al langer maar loop je steeds tegen (nieuwe) beperkingen aan? Hoe ga je met zo'n tegenslag mentaal het beste...
Lees meer
Deze link gaat naar een externe site. Lees meer over Uitleg over thema ‘Acceptatie’.
“Veel spierziekten zijn zo zeldzaam dat je in het dagelijkse leven niet zomaar iemand tegenkomt die jou écht begrijpt. Sinds ik medio 2022 ineens flink achteruitging, heb ik veel steun mogen vinden op Myocafé. ”
AMC is een verzamelnaam voor verschillende ziekten. Ze hebben één ding gemeen: bij de geboorte staan meerdere gewrichten anders dan normaal. Die afwijkingen heten contracturen. De gewrichten kunnen niet goed bewegen of blijven krom of recht staan. Het woord arthrogryposis betekent krom gewricht, multiplex betekent meerdere en congenita betekent aangeboren. Samen betekent het dus: aangeboren afwijkingen aan meerdere gewrichten.
Bij AMC staan gewrichten anders dan normaal. Dat komt vaak voor in de voeten (bijvoorbeeld klompvoeten) en handen. Maar ook andere gewrichten kunnen anders staan, zoals de heupen, knieën, ellebogen, polsen, vingers of het kaakgewricht. Soms zijn er ook veranderingen van de huid rond een gewricht, zoals minder huidplooien of kleine kuiltjes. Kinderen met AMC hebben meestal ook spierzwakte, dus minder spierkracht. Deze ziekte kan daarnaast samen voorkomen met andere aangeboren afwijkingen.
AMC ontstaat meestal in de tweede of derde maand van de zwangerschap. De baby beweegt dan te weinig in de buik, waardoor spieren en gewrichten zich niet goed ontwikkelen. Dat kan komen door een probleem in de spieren, zenuwen of het bindweefsel. Soms speelt een ziekte bij de moeder mee, zoals suikerziekte of multiple sclerose. De meest voorkomende oorzaak is AHCD, een niet-erfelijke aandoening van de zenuwcellen in het ruggenmerg.
AMC komt voor bij één op de vijf- tot tienduizend pasgeborenen.
Na de geboorte onderzoekt een team van specialisten het kind om te bepalen welke vorm van AMC het heeft. In dit team zitten meestal een kinderarts, kinderneuroloog, (kinder)orthopedisch chirurg en erfelijkheidsdeskundige. Ze onderzoeken het lichaam, de zenuwen en de gewrichten. Soms is extra onderzoek nodig, zoals bloedonderzoek, spieronderzoek, een scan of röntgenfoto. Toch lukt het niet altijd om precies te achterhalen wat de oorzaak van AMC is.
De behandeling van AMC helpt kinderen om zo zelfstandig mogelijk te leven. Een team van specialisten, zoals een fysiotherapeut en revalidatiearts, maakt samen een behandelplan. Daarin staan oefeningen, hulpmiddelen en soms operaties. De behandeling kan bestaan uit fysiotherapie, gips, spalken of een operatie aan spieren, pezen of gewrichten. Bij een kromme rug is soms een operatie nodig na het twaalfde jaar. Veel mensen met AMC zijn, ondanks hun beperkingen, opvallend zelfstandig.
Soms is AMC erfelijk. Dat betekent dat een ouder de aandoening kan doorgeven aan een kind. Er zijn twee vormen van overerving: dominant en recessief. Bij een dominante vorm is één fout gen genoeg om AMC te krijgen. De kans daarop is 50%. Bij een recessieve vorm moeten beide ouders drager zijn van het foutje. De kans voor het kind is dan 25%. Ouders kunnen voor onderzoek en advies terecht bij een klinisch genetisch centrum in een academisch ziekenhuis. Kijk in de Zorgwijzer voor de adresgegevens.
Als lid van Spierziekten Nederland kun je meer lezen over AMC in de nieuwsbrief en op de website als je ingelogd bent. Tijdens het Spierziektecongres horen leden meer over de laatste ontwikkelingen.
In de nieuwsbrief van AMC, waaraan ook de diagnosewerkgroep AMC meewerkt, lees je over lopend en afgerond onderzoek. In de bibliotheek vind je de artikelen over onderzoek.
In het hulpmiddelenoverzicht vind je veel handige hulpmiddelen. Je kunt ook contact opnemen met de vrijwilligers van de Helpdesk Hulpmiddelen.
Dat kan tijdens bijeenkomsten of via e-mail. Zij weten goed welke hulpmiddelen er zijn en hoe je ze kunt aanvragen.
In de nieuwsbrief lees je meer over aanpassingen, hulpmiddelen en ervaringen van anderen.
Leden en niet-leden van Spierziekten Nederland kunnen elkaar ontmoeten op Myocafé, de online ontmoetingsplaats. Daar kun je tips en ervaringen uitwisselen. Daarnaast organiseert Spierziekten Nederland bijeenkomsten voor mensen met AMC en andere betrokkenen, zowel op locatie als online. Leden krijgen hiervoor een uitnodiging.
Aan deze pagina werkten medisch adviseurs mee en vrijwilligers van de diagnosewerkgroep AMC. Deze diagnosewerkgroep richt zich op betrouwbare, actuele informatie over AMC. Zij volgen de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek en goede zorg op de voet. Leden kunnen contact opnemen.
Kom in contact