Voeding bij slikproblemen

Slikproblemen

Slikproblemen zijn een bekend verschijnsel bij spierziekten, zowel bij kinderen als volwassenen. Per type spierziekte en van persoon tot persoon kan de mate waarin men er last van heeft sterk variëren. De een wordt er nauwelijks door gehinderd en de ander veel.

Beginnende slikproblemen worden vaak niet als zodanig herkend. De maaltijd kan bijvoorbeeld langer duren of het lukt niet meer met een hap eten in de mond te praten of men hoest regelmatig tijdens het eten. Mensen passen zich onbewust aan aan hun mogelijkheden.
Als het slikprobleem toeneemt, kan een logopedist onderzoeken of slikken nog veilig is. De diëtist kan vervolgens helpen met het aanpassen van de voeding, afhankelijk van de ernst van de problematiek.

Slikproblemen moeten behandeld worden omdat het kan leiden tot luchtweginfecties, verslik-longontstekingen en/of tot vermagering. Door het slikprobleem kan bijvoorbeeld vermoeidheid ontstaan omdat de maaltijd te lang duurt en daarom voortijdig gestopt wordt. Of er wordt door angst voor verslikken minder gegeten. Of men eet vooral pap en vla waardoor het eten te eenzijdig wordt en tekorten ontstaan aan noodzakelijke voedingsstoffen.
Indien nodig kan bij slikproblemen met risico van ondervoeding aanvullend drinkvoeding gebruikt worden. De diëtist schrijft deze voor. Bij moeite met het innemen van medicatie kan slikgel uitkomst bieden.

Aanpassen van het voedsel

Als het kauwen niet meer zo goed gaat maar het slikken wél, kan de voeding met eenvoudige trucjes aangepast worden tot zacht voedsel. Het is belangrijk dat de kauwspieren zo lang mogelijk gebruikt worden.

Als het kauwen moeilijker wordt maar slikken onder rustige omstandigheden nog wel goed gaat, kan de voeding wat meer worden aangepast. Sommige voedingsmiddelen kunnen gemalen worden met een blender of staafmixer.

Als het kauwen niet meer lukt maar onder rustige omstandigheden gaat slikken nog wel goed, dan is het nodig om gladvloeibare voeding te gebruiken. Soms is het nodig dunne vloeistoffen zoals koffie, thee en limonade te verdikken met een verdikkingsmiddel.

Begeleiding door diëtist en logopedist

Als slikken te onveilig wordt, is sondevoeding nodig. Bij sondevoeding is altijd begeleiding door de diëtist noodzakelijk. De diëtist kan u of uw kind met voedingsadviezen helpen om goed te blijven eten zodat u verslikken voorkómt en u niet gaat afvallen of uw kind minder goed gaat groeien. In de brochure Voeding en spierziekten staan praktische tips om voeding aan te passen. U kunt de brochure bestellen via de webwinkel of (voor leden van Spierziekten Nederland) downloaden van de persoonlijke pagina.

De diëtist werkt nauw samen met de logopedist die vooral naar de veiligheid van het slikken kijkt. Een logopedist kan u adviseren welke oefeningen zinvol zijn.

Ook bij ernstige problemen met slikken van een overmaat aan speeksel kan de hulp van een logopedist gewenst zijn. U kunt hiervoor terecht bij een revalidatieadviescentrum. De adressen vindt u in de Zorgwijzer

Meer informatie