Een van de mooie dingen van werken in een academisch ziekenhuis zijn de geneeskundestudenten. Zij volgen de zesjarige universitaire opleiding tot dokter (basisarts). Je hebt ze in soorten en maten.
Revalidatiecolumn: Patiënten zijn onmisbaar in het onderwijs

Soms verlegen, dan weer enthousiast en nieuwsgierig. Maar ook soms met-de-gedachten-totaal-ergens-anders of hun-tijd-uitzittend-tot-het-lesuur-om-is. Ze zijn (in mijn ogen) bevoorrecht omdat ze deze prachtige studie mogen doen, maar ze zijn ook gewoon mensen. En niet elk lesmoment is leuk of uitdagend.
In het voorjaar mag ik met collega’s opnieuw het keuzevak Revalidatie- en sportgeneeskunde geven. Twintig tweedejaarsgeneeskundestudenten wegwijs maken in de wondere wereld van het revalidatieteam. We kijken dan zowel naar het werk in het ziekenhuis als in het revalidatiecentrum.
Want wat een sportarts doet, daar kunnen ze zich wel iets bij voorstellen. Maar een revalidatiearts? Of een ergotherapeut? Dat is onbekend. En zo zijn er meer vragen. Want wat is revalideren eigenlijk? En hoe doe je dat als er geen genezing mogelijk is? Na een beroerte is er vaak grotendeels of volledig herstel mogelijk. Bij een dwarslaesie is dat herstel vaak al minder groots. Maar wat is er mogelijk of onmogelijk bij een spier- of zenuwziekte? De uitval bij een spier- of zenuwziekte neemt vaak zelfs toe over de tijd.
Het zijn ingewikkelde onderwerpen, waarbij we gewoon beginnen met de uitleg dat revalidatiegeneeskunde eigenlijk gevolgengeneeskunde is. Als revalidatiearts kijk ik naar de gevolgen van bijvoorbeeld een beroerte, dwarslaesie of spierziekte. Dat deze gevolgen groot kunnen zijn, dat hoef ik in deze column niet te vertellen. Maar tweedejaarsgeneeskundestudenten beseffen dat nog niet. Ze hebben de ziektebeelden en diagnoses geleerd, maar nog geen patiënt van dichtbij gezien (de coschappen beginnen in jaar 3 in Utrecht). Dus wie kan ze dat het beste vertellen? Juist. Dat ben jij, een patiënt.
Hierdoor ontstaan de mooiste lesmomenten: als iemand met een chronische ziekte zijn verhaal vertelt. Het verhaal over de zoektocht naar de diagnose, maar vooral over de impact op het dagelijks leven, het zoeken naar een weg om beter om te gaan met deze gevolgen, zowel lichamelijk als mentaal.
Zo ook enkele jaren terug. Een man van rond de 70 jaar met polyneuropathie. Hij deelde zijn verhaal en liet zijn enkelvoetorthese (beenspalk, EVO) zien. Een verhaal dat ik in de spreekkamer vaker hoor, maar wat ik nooit zo goed kan vertellen als de patiënt zelf. Dat besefte ik me naderhand nog eens goed. Een meisje kwam naar me toe en zei vol ontzag “ik wist niet dat het zoveel impact heeft als je moeilijk loopt”. Een naïeve opmerking? Misschien. Maar in mijn ogen een groots compliment. Want een eerste stap naar een dokter die verder kijkt dan de diagnose is gemaakt.