Esther Revet (52) uit Overasselt ontving dit jaar de definitieve diagnose dunnevezelneuropathie (DVN) in Maastricht, na klachten te hebben gehad vanaf 2014. Voor Esther zelf was de uitslag in Maastricht vooral een bevestiging van wat ze al wist. Een intense periode van ontkennen, vallen en weer opstaan ging eraan vooraf. Zij deelt haar verhaal met ons.
Ervaringsverhaal DVN: Esther Revet

Eerste klachten
Het begon met vage klachten aan de voeten: ‘Ik had vaak pijn in mijn hak of zo. Niet elke dag, maar soms echt wel steken. Dat denk je, jeetje, zit er iets in mijn schoen? Een stuk glas of zo. Dan was het weer een doof gevoel. De huisarts kon er niet veel mee.’
Struisvogel
Na verloop van tijd werden de klachten erger. Als Esther haar voeten op een vloerkleed zette, voelde het alsof ze op naalden stond. Maar ze negeerde het: ‘Ik ben wel iemand van niet lullen, maar poetsen. Weet je, het is vanzelf gekomen. Dus gaat vanzelf wel weer weg. Kop in het zand, het is er niet.’
Toen de klachten niet meer te verdragen waren, kwam Esther bij een neuroloog in Boxmeer terecht. Na verschillende tests gaf deze haar in maart 2022 de diagnose DVN. Het geschetste perspectief maakte haar niet vrolijk: ‘Ik dacht, ok Esther, ik heb dit nu. Ik kan er weinig aan doen en niemand kan er iets aan doen. Er is ook geen medicijn voor. Dus de struisvogel in me ging weer verder. Dat was gewoon mijn strategie. Mijn manier van overleven eigenlijk.’
Lampje uit
Esther werkte al die tijd 32 uur per week als sales support. Een drukke baan. Daar ging ze onvermoeid mee door. Het lopen vermeed ze zoveel mogelijk. Uiteindelijk kwam ze letterlijk stil te zitten. ‘Hoe minder ik bewoog, hoe minder pijn ik had. Pauzes nam ik niet. Ik ging niet lopen of wat dan ook. Benen omhoog als ik thuis kwam. Ik heb een superlieve partner, die deed alles. Er werd heel veel uit handen genomen en alles draaide wel door.’
Maar het lijf van Esther takelde af. De spieren werden minder. ‘Op een gegeven moment liep ik gewoon als een tachtigjarige. Mijn bejaarde buurvrouw liep sneller dan ik. Op het werk was het ook vrij druk. En toen ging in juni 2024 het lampje eigenlijk wel uit.’
De weg omhoog
Eerder dan Esther zelf, waren het vooral de mensen om haar heen die de ernst van haar situatie inzagen. ‘Dat was gelukkig ook mijn directrice. Ik kwam bij de bedrijfsarts terecht. Die benoemde al snel een verband tussen de burn-out en de DVN. Toen dacht ik nog: weet ik niet, misschien wel.’ Ze werd doorverwezen naar een revalidatiearts. Die verwees haar weer door naar een Cesartherapeut en psycholoog. Ondanks de nodige twijfels en hoofdbrekens ging Esther. Het bleek een gouden greep. Esther: ‘De Cesartherapeut vroeg: wat is je doel? Ik zeg: ik loop nu als een tachtigjarige. Maar ik zou graag weer één uur willen wandelen. Oké, zei ze, dat kan.’
Eerste resultaten
Esther moest tien minuten gaan lopen. Als ze pijn voelde, moest ze dat negeren en gewoon doorlopen. Elke week kwam daar tien procent bij. Voor Esther werkte het. Na een aantal weken liep ze een uur aan een stuk. ‘De Cesartherapeut heeft me geleerd om op die momenten de pijn te negeren. Want de pijn is eigenlijk natuurlijk iets wat er bij wijze van spreken niet is. Het is eigenlijk gewoon een soort van mindfuck, zeg ik altijd maar. Toen ik merkte dat ik resultaat kreeg, dacht ik: ok, ik ga nu gewoon naar iedereen luisteren die advies geeft. En niet meer kop in het zand. Dus niet meer eigenwijs zijn.’
Yoga
Esther ging ook openstaan voor andere activiteiten. Ze startte met yoga. Het maakt haar rustig en kweekt tegelijkertijd spieren. ‘Mijn yogadocente geeft verschillende soorten door elkaar. Doordat je langdurig bepaalde oefeningen doet, krijgen je spieren soepelheid en kracht. Het bindweefsel wordt minder stijf. Ik voel me echt lenig.’
De yoga-oefeningen doet ze ook veel thuis en helpen haar regelmatig op de momenten dat het even niet lekker gaat: ”Soms word ik ’s morgens wakker met een slecht gevoel in mijn benen. Dan ga ik even yoga doen en denk ik daarna: ja, het voelt echt weer fijn. Dan is mijn bloed naar bepaalde plekken gestroomd. Dat gevoel heb ik ook na meditatieoefeningen. Dat ben ik ook op advies gaan doen. Dan kom ik moe thuis na het werk en moet ik even opladen. Ik ga even twintig minuten liggen met muziekoortjes in en gebruik de Meditation Moments app van Michael Pilarczyk. Mij helpt het enorm.’
Een andere Esther
Sinds september 2025 heeft Esther haar werk weer voor 32 uur per week opgepakt. Maar er zit een andere Esther dan voor haar burn-out. ‘Ik dacht oké, ik moet iets leren. En dat is gewoon puur luisteren naar mijn lijf. Dus: wat gebeurt er? Ben ik moe? Wat moet ik dus nou? Dan kan ik maar beter thuisblijven en gaan mediteren. Dan heb ik zo’n dialoog met mezelf. Ik heb echt geleerd naar mezelf te luisteren en te doseren.’
Op haar werk is Esther meer gaan vertellen over haar dagelijkse uitdagingen. Dat leidt tot meer begrip van collega’s: “Ik heb verteld dat ik de hele dag pijn heb en daardoor behoefte heb aan een rustige werkplek. Dus snappen ze het dat ik niet in de ruimte kan zitten met zes collega’s en veel prikkels. En in de ochtendpauze probeer ik altijd een kwartier te lopen. En als het lukt ’s middags ook naar buiten. Ik vind mijn werk zo leuk. En het is een goede afleiding voor me. ‘ Ze ziet wel hoe lang ze het vol gaat houden: ‘Ik weet dat het misschien erger wordt. Maar ik ga proberen degene te zijn die het tegendeel gaat bewijzen. En het stabiel kan houden.’
Vakantie geboekt
Esther hoopt dat haar verhaal lotgenoten een positief gevoel en kracht geeft. ‘Omdat ik vaak negatieve dingen lees, denk ik van, goh mensen, als het kan, ga alsjeblieft bewegen. Binnen je mogelijkheden. Ik heb ook erg diep gezeten en zag het niet meer zitten. Het is dan ook zo moeilijk om positief te blijven. Maar ik heb geleerd dat het kan. Nu hebben we zelfs een volgende vakantie geboekt. Ik heb dan zoiets van: ja, gewoon doen nu. Nu leven. Dat is belangrijk.’
‘Toen dacht ik: nu niet meer eigenwijs zijn. En gewoon luisteren naar iedereen die advies geeft.’
Esther Revet