Klachten en verloop
Bij Becker myotonie komen spierstijfheid en soms ook korte spierslapte voor. De stijfheid ontstaat vaak na rust, bijvoorbeeld na even wachten of als je schrikt. De spieren verstijven dan plotseling. Dit trekt meestal binnen enkele seconden tot minuten weg, vooral als de spieren weer warm worden door beweging. Sommige mensen voelen aan het begin van een beweging juist even slapte. Bijvoorbeeld bij het opstaan kun je kort door je knieën zakken. Na een paar keer aanspannen komt de kracht weer terug. Niet iedereen heeft hier last van.
Betrokken spieren en lichaamsdelen
De klachten beginnen meestal in de benen. Later kunnen ook andere spieren meedoen, zoals in de armen, handen, kaak of rond de ogen. Daardoor kan het soms lastiger zijn om iets vast te houden, te kauwen of de ogen te openen. De ziekte heeft geen invloed op de hart- en darmspieren. Sommige vrouwen merken dat de klachten tijdens zwangerschap tijdelijk toenemen.
Veranderingen in spierkracht en -vorm
Veel mensen krijgen extra spiermassa in de benen en heupen. Soms ontstaat een holle rug.
De nek-, schouder- en armspieren kunnen juist minder sterk worden, vooral op latere leeftijd. Met een goede voorbereiding kunnen mensen met Becker myotonie doorgaans gewoon blijven sporten.
Verloop
De ziekte begint meestal tussen het tiende en twintigste jaar. Soms eerder en heel soms later. De klachten kunnen in de eerste jaren toenemen. Daarna blijft de ziekte meestal stabiel. Sommige mensen merken later toch wat blijvende spierzwakte, maar hier is nog weinig onderzoek naar gedaan.
Verschil met Thomsen myotonie
Becker myotonie lijkt op Thomsen myotonie. De klachten van Becker myotonie zijn meestal ernstiger en nemen in de eerste jaren meer toe. Ook de manier van overerven en de leeftijd waarop de ziekte begint, verschillen. Thomsen myotonie begint vaak al bij jonge kinderen of baby’s.