Presentatie over 3D zenuw-spierovergang op een chip
In dit indrukwekkende verhaal vertelt Joost hoe een gewone donderdag verandert in een medische nachtmerrie. Met steun van zijn gezin en zorgverleners vecht hij stap voor stap terug.
Het verhaal van Joost begint op een doodnormale donderdag in 2024. Om 7:00 uur gaat de wekker. Dochtertje Aimee wordt uit haar warme, veilige bed gehaald, klaar voor een nieuwe dag op de opvang. Net als iedere donderdag is ze vrolijk en enthousiast dat ze weer naar de “guppies” mag. Onbezorgd spelen met vriendjes en vriendinnetjes om haar heen. Voor Joost begint de dag echter niet zo goed.
Lana, de vrouw van Joost, is hoogzwanger van hun tweede kind. Zij brengt de tweejarige peuter Aimee naar de opvang. Joost heeft ook plannen voor die dag: klusjes in en voor café De Plank. “Er staat een groot feest op de planning waar nog veel inkopen voor moeten worden gedaan. Sinds twee jaar werk ik in dit café van mijn schoonouders. Mijn vrouw en ik hebben het plan om de zaak op een gegeven moment over te nemen. De plicht roept, maar na een kop koffie voel ik me eerder zwakker dan beter.”
‘s Middags besluit Joost om toch even snel langs de huisarts te gaan. Allerlei gedachten spelen door zijn hoofd. “Heb ik te hard getraind? Is het migraine? Ben ik misschien wat oververmoeid? Iets in mij zegt dat het verstandig is om me even te laten onderzoeken.”
De grootste angst van Joost wordt werkelijkheid: de huisarts vindt kennelijk dat er iets ergs aan de hand is met Joost en verwijst hem door naar de SEH. Daar krijgt hij een CT scan. Vervolgens wordt hij opgenomen op de afdeling neurologie.
De alarmbellen gaan af en Joost laat zijn vrouw en familie weten dat hij de nacht in het ziekenhuis zal doorbrengen. De volgende dag wordt er een MRI gemaakt. Ook wordt bij Joost een ruggenprik (lumbaalpunctie) gedaan om hersenvocht te kunnen onderzoeken. De diagnose volgt snel, zoals Joost het zegt: “dan is daar het moment van de diagnose die me tot de dag van vandaag in de greep houdt. De artsen vertellen me dat ik ‘Miller Fisher’ heb. Miller wat??”
Er wordt direct gestart met de behandeling. Joost krijgt via een infuus immunoglobulines toegediend (IVIg). Dit zijn goede antistoffen die bedoeld zijn om de aanval van het eigen immuunsysteem op de zenuwen af te stoppen.
Het is voor Joost een nachtmerrie. “Volledig verlamd lig ik in bed. Ik heb geen controle over mijn armen, benen, handen, vingers, kan niet meer praten en kan zelfs mijn ogen niet meer openen.”
De frustratie van Joost is groot. “Daar lig je dan: zevenendertig jaar oud, kerngezond, een man die fanatiek aan crossfit doet, vader van een tweejarige dochter en zich verheugend op de komst van een tweede kindje. De uren werden dagen, dagen werden weken. Lana stond op het punt om te bevallen en hoewel ik wel alles kon horen, was er geen enkel teken dat ik dat mee mocht maken. God wat voelde ik me machteloos! Wie kan me hieruit halen? Ik kan de geboorte toch niet missen! Ik moet er voor Lana zijn en voor de kleine.”
Uiteindelijk bevalt Lana toch zonder Joost erbij. De zoon van Joost en Lana krijgt de naam Indy. Joost is enorm trots op Lana, maar heeft ook veel verdriet en pijn in zijn hart omdat hij niet bij de geboorte was. Wat er vlak na de bevalling gebeurt, is een pleister op de wonde. “Net na de bevalling hebben ze me bij Lana en Indy gebracht. Indy werd nog even op mijn borst gelegd en de verpleegkundigen hielden mijn oogleden open zodat ik een wazige blik kon opvangen van Lana en Indy.” Joost kan zich dat beeld helaas niet meer voor de geest halen.

Ook krijgt Joost voorzichtig de eerste oefeningen om sterker te worden. Beetje bij beetje wordt dat uitgebreid. Elke keer wordt er figuurlijk gesproken een nieuwe stap gezet. “Via een lift ‘takelen’ ze me af en toe uit bed, om in een grote verrijdbare ligstoel te ‘zitten’. Eerst staat de stoel alleen in de kamer. Dan word ik tot aan de gang gereden. Vervolgens de gang helemaal op, dan heen en weer over de afdeling, zelfs een keer naar buiten! Op een mooie nazomerse avond rijden ze me naar het binnenplein. Toen voelde ik voor het eerst sinds weken weer de frisse buitenlucht op mijn gezicht. Alledaagse dingen waar je nooit bij stil staat en waar je zo dankbaar voor kan zijn.”
Langzaamaan krijgt Joost meer controle terug over zijn ogen. De fysiotherapeut komt twee keer op een dag op bezoek en zet Joost aan het werk. “Ik train keihard om mijn weg terug te vinden. Met een rode kop en de zweetdruppels op mijn voorhoofd leer ik mijn armen opnieuw te bewegen, weer te zitten, mijn benen over de bedrand te zwaaien tot zelfs het punt om zelfstandig te staan. Zo wankel als een klein eendje, maar iedere week kan ik iets meer.”
Joost leert opnieuw praten en lopen. Elke vooruitgang voelt als een overwinning. “Ik ging van babystapjes naar uiteindelijk – na een aantal zware en lange, vermoeiende weken – een volwaardige stap zonder hulpmiddelen. Ik greep iedere kans aan om sterker te worden en dat heeft zich uitbetaald. Na drie maanden mocht ik de IC verlaten om verder te revalideren in het revalidatiecentrum in Utrecht.”
Joost heeft het idee dat hij niet hard genoeg vooruitgaat. Na goed overleg neemt hij de beslissing om vanuit huis verder te revalideren. “Dat is waar ik nu moet en wil zijn: thuis. Bij Lana, Aimee en de kleine, sterke Indy.”
Deze foto is van tijdens de revalidatie. Joost had een verpleegkundige van de IC (behorend tot de top 50 van Nederland) uitgedaagd voor een potje padel.