Onderzoek naar werking spiervermoeibaarheid

Let op. Dit is een ouder bericht. Het kan zijn dat de inhoud niet meer actueel is.

20 juni 2022 dr. Nicole Voet, revalidatie-arts/onderzoeker
2 personen, een persoon op een hometrainer.

Wat zijn de verschillen in spiervermoeibaarheid tussen gezonde mensen en mensen met een spierziekte? Nieuw onderzoek brengt dit nu in kaart.

Afgelopen jaar hebben het Radboudumc in Nijmegen, Revalidatiecentrum Klimmendaal in Arnhem en de afdeling SENECA van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen onderzoek verricht naar spiervermoeidheid. De deelnemers bestonden uit een grote groep gezonde personen en personen met verschillende soorten spierziekten. Hieronder een samenvatting van het onderzoek, dat op 17 maart 2022 is gepubliceerd in het Engelstalige wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Physiology Deze link opent in een nieuw tabblad.

Waarom onderzoek ‘Spiervermoeibaarheid’

Spiervermoeibaarheid is de mate waarin en de duur waarmee een spier kracht en inspanning kan leveren. Met andere woorden: hoeveel je grofweg van een spier kunt vragen. Bij mensen met een spierziekte is er een storing met dat signaal: soms wordt het signaal niet afgegeven aan de hersenen, soms wordt het signaal niet door de hersenen opgepikt. Dit betekent dat patiënten geregeld over grenzen gaan, wat leidt tot overbelasting en pijnklachten. Onderzoekers zouden graag een apparaat willen ontwikkelen dat het signaal direct kan meten, zodat mensen beter op spiervermoeibaarheid kunnen sturen. Weten hoe spiervermoeibaarheid werkt, bij zowel gezonde mensen als patiënten, is daarom van groot belang.

Spiervermoeibaarheid meten

Onderzoek bij gezonde personen toonde aan dat je met oppervlakte elektromyografie (EMG) spiervermoeibaarheid kunt meten tijdens een maximale fietstest. Bij een EMG wordt de elektrische activiteit van de spier gemeten. Tijdens een maximale fietstest bleek dat de activiteit van de beenspieren op twee momenten in de tijd sterk toeneemt. Er zijn dan twee drempels in het signaal te zien.

Bij gezonde personen komen deze momenten in de tijd overeen met de twee ‘ventilatoire drempels’. De eerste ventilatoire drempel geeft het moment aan dat het lactaat in het bloed boven het niveau in rust gaat stijgen.

Lactaat is een stofwisselingsproduct dat je lichaam produceert tijdens inspanning. Bij ervaren duursporters gebeurt dit, gemiddeld genomen, in de buurt van 78 procent van je maximale hartslag. Je kunt tijdens deze mate van inspanning ook nog wel wat praten. Omdat de zuurstof in het bloed op dat moment onvoldoende is om energie te leveren voor bijvoorbeeld snelle spiercontracties, schakelt je lichaam het anaerobe (=zonder zuurstof) metabolisme van glucose in. Dit levert lactaat als eindproduct op.

Bij de tweede ventilatoire drempel (ook wel de anaerobe drempel of lactaatdrempel genoemd) hoopt het lactaat zich in het bloed op. De ademhaling versnelt. Bij ervaren duursporters vindt deze tweede drempel plaats bij ongeveer 85 tot 95 procent van de maximale hartslag. Na het overschrijven van die tweede drempel krijg je last van de lactaatophoping in je lichaam. Praten wordt bijna onmogelijk en de volhoudtijd van je inspanning neemt af.

Trainingsadvies

In ons onderzoek hebben wij, tijdens een maximale fietstest met oplopende weerstand, de EMG- en ventilatoire drempels bepaald bij 24 mensen zonder en 33 mensen met een spierziekte. Zoals wij verwachtten, lagen de EMG-drempels bij mensen met een spierziekte (in vergelijking met gezonde personen) relatief gezien eerder in de tijd dan de ventilatoire drempels. Dit gold met name voor de eerste drempel: het moment dat het lactaat in het bloed gaat stijgen.

Omdat vooral in het begin van een inspanning een verschil te zien is in spiervermoeibaarheid, is ons trainingsadvies enigszins gewijzigd. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een spierziekte die veel beenspierzwakte ervaren en na langere tijd weer beginnen met sporten. Voor hen is het advies met een lage intensiteit te starten en langzaam op te bouwen. Zo verwachten we dat men de eerste EMG-drempel tijdens het sporten niet overschrijdt, en overbelasting voorkomt.

Vervolgonderzoek

In de nabije toekomst willen we verder onderzoek doen naar spiervermoeibaarheid met als uiteindelijk doel het ontwikkelen van een meetinstrument dat in het dagelijks leven direct inzicht geeft in spiervermoeibaarheid. Zo kunnen mensen met een spierziekte hier beter rekening mee houden in het dagelijks leven en tijdens training.

Heb je vragen over dit onderzoek? Stuur een bericht naar Nicole Voet Deze link opent in een nieuw tabblad, revalidatiearts/senior onderzoeker. Mede-auteurs van het volledige (Engelstalige) artikel zijn: Mariska Janssen, Dick Thijssen, Christiaan Saris, David Sluijs, Vincent Bastiaans en verschillende studenten. 

Laatste nieuws en ontwikkelingen

Terug naar het overzicht