Je hebt mensen die fluitend in de regen kunnen wandelen en mensen die zuchtend door een bui sjokken. Ik hoor bij de laatste. En binnen de zuchters heb je de lichte en de diepe zuchters. Ook hier behoor ik helaas tot de laatste groep ...
Revalidatiecolumn: Elke beweging telt
Let op. Dit is een ouder bericht. Het kan zijn dat de inhoud niet meer actueel is.

Ik check buienradar en probeer mijn wandelvriendinnen om te praten om alleen thee te drinken: Vandaag heb ik al gewerkt. Het ziekenhuis is groot. De afstand van de P&R-parkeerplaats naar de revalidatieafdeling is al 15 min. Dan is het nu toch wel genoeg?
Dat bewegen gezond is, is oud nieuws. Hoogstwaarschijnlijk weet je dat al lang. Een opsomming van alle voordelen zou lang en saai zijn. Ik noem er toch even drie, gewoon omdat ik het niet kan laten: het is goed voor hart en bloedvaten en het zorgt voor sterkere spieren, een beter slaapritme en minder kans op depressie. (Oeps, dat waren er stiekem toch vier.)
“Sterkere spieren?! Kan ik dan mijn spieren terugtrainen?” Ik hoor het je denken en de vraag is logisch. Helaas, de aangedane spieren niet. Maar de spieren op andere plekken in je lichaam kun je wel versterken. En dat zijn vaak net de spieren die al een stap harder moeten werken nu de polyneuropathie je voeten of handen zwakker maakt. En dat is nuttig.
“Flink aan de bak dus?” Mwah, dan moet ik toch even op de rem staan. ‘Te’ is nooit goed (behalve in tevreden en tegoedbon). Binnen je grenzen bewegen, dat is goed. Luisteren naar je lichaam. Door de polyneuropathie ben je gevoeliger voor spierpijn, krampen en (over)vermoeidheid. Dit zijn overbelastingsklachten die lang doorzeuren als je niet oplet. Het advies is dus: bewegen op maat. En wat voor jou veel is, is voor een ander weinig, en andersom. Soms zijn de alledaagse bewegingen in en rondom huis al topsport en past er niets meer bij. Er zijn ook mensen die een uur of langer wandelen. Het is dus belangrijk om te kijken wat je aan beweging of sport doet.
“Weer dat wandelen, ik fiets makkelijker”. Mijn excuses, ik weet het. Bij veel mensen met polyneuropathie is dat inderdaad zo en je mag bij elk voorbeeld in dit stuk wandelen vervangen door fietsen. Fietsen, wandelen, zwemmen. Het zijn voorbeelden van duursporten. Ze zorgen voor een betere conditie, en daarmee vaak ook voor sterkere spieren. Bovendien leveren ze minder overbelastingsklachten op dan sporten met veel piekmomenten (zoals krachtsporten). Krachttraining mag, maar vergeet de conditietraining niet en wees extra alert op je grenzen.
“Oké, bewegen in een vorm die bij mij past en binnen mijn grenzen. Maar dan haal ik toch nooit die 10.000 stappen per dag?” Weer een vraag die ik terecht in mijn spreekkamer hoor. 10.000 stappen per dag. Ooit is deze richtlijn opgesteld door Aziatische onderzoekers en door velen in de wereld omarmd. Geen idee of die 10.000 echt een grotere gezondheidswinst opleveren dan 9000 of 11.000. Of dat het getal vooral makkelijk te onthouden was? Over de grens van 10.000 kunnen we denk ik discussiëren. Maar feit is dat het vaak meer is dan we doen en dat meer bewegen beter is. Om gezonder te worden (=gezondheidswinst te behalen) wordt de Nederlandse beweegnorm ook veel gebruikt. Deze adviseert een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week. Wat als je dat niet haalt door een lichamelijke beperking? Dan zegt deze richtlijn: elke extra hoeveelheid lichaamsbeweging is meegenomen. De laatste zin is heel praktisch, maar wordt wel door onderzoeken ondersteund. Vooral als je weinig beweegt en dan start met (steeds) iets meer bewegen heb je veel gezondheidswinst. Als ik het uitzet in een grafiek: de lijn gaat eerst steil omhoog en buigt dan pas af naar horizontaal. Beeld het maar in: een halvemarathonloper die 15 min langer wandelt (of fietst) heeft weinig extra gezondheidsvoordelen want hij is al erg fit. Maar het is anders voor iemand die het grootste deel van de dag zit en dan start met elke dag een ommetje of elk half uur even staan en naar de keuken lopen. De uitdaging is om te kijken of je genoeg beweegt binnen jouw grenzen of dat er nog een (klein) stapje bij kan.
En dat geldt ook voor mij. Ik stop met zuchten. Bovendien zijn mijn vriendinnen onverstoorbaar, wat maar goed is ook. Want na drie keer zuchten begint het kletsen, voel ik mijn spieren warm worden en breekt in mijn hoofd de zon door. Het is waar, bewegen is goed voor lichaam en geest. Elke beweging telt.