Marijke Sterman (bijna tachtig) is tegenwoordig veel mobieler dan ze, na een GBS-ziekbed, twintig jaar lang was. Ze deelt graag hoe dat kan.
Tip van Marijke
Let op. Dit is een ouder bericht. Het kan zijn dat de inhoud niet meer actueel is.

‘Mijn acute fase van GBS begon in 2000 waarna ik ruim een jaar totaal verlamd ben geweest. Na mijn ontslag heb ik nog een tijd fysiotherapie gehad. Ik was toen tevreden met wat ik wel kon en accepteerde wat ik niet kon. Het was een groot verschil met de periode van volledige verlamming dus ik vond dat ik niet mocht mopperen.
Wat ik niet wist, was dat er zo veel meer in zat. Dat heb ik pas de afgelopen twee jaar ervaren toen ik weer fysiotherapie nodig had. Bij een val voorover had ik mijn schouder gebroken. Nadat de fysiotherapie voor de schouder bijna afgerond was, zijn we verder gaan werken aan mijn balans en de versterking van mijn beenspieren. Dit heeft erin geresulteerd dat ik veel meer kracht ontwikkeld heb, en dat terwijl ik dit jaar tachtig word. Ik kan bijvoorbeeld weer bijna helemaal op mijn hurken zitten, voorzichtig een beetje hardlopen en kleine huppelpasjes maken. Ook kan ik veel gemakkelijker over een drempel stappen zonder mij vast te houden. Dat zijn allemaal bewegingen die ik twintig jaar lang niet durfde of kon.
Mijn advies is aan patiënten met behoorlijke mobiliteitsbeperkingen door restverschijnselen is om nog een flinke tijd door te gaan met fysiotherapie. Het is dus goed om daarvoor een chronische indicatie aan te vragen.’