Multifocale motorische neuropathieDiagnose en behandeling

Hoe wordt de diagnose MMN gesteld?

Door uitgebreid EMG-onderzoek wordt MMN onderscheiden van PSMA. Zo´n onderzoek zal bij iemand met MMN geleidingsvertraging en meestal geleidingsblokkade (´conduction block´) aantonen die bij PSMA niet voorkomt.
Een MRI-scan van het zenuwvlechtwerk onder de schouders kan karakteristieke afwijkingen tonen en draagt dus bij aan de diagnosestelling; ook kan een zenuwecho worden gemaakt.

Bij het stellen van de diagnose MMN moet onderscheid gemaakt worden tussen MMN en andere neuropathieën. Hiertoe behoren ontstekingsachtige neuropathieën als het Guillain-Barré syndroom (GBS), chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP) en chronische idiopathische axonale polyneuropathie (CIAP).
Voor MMN zijn dan ook specifieke diagnostische criteria opgesteld. De behandelend neuroloog kan nadere informatie over de diagnostiek inwinnen bij de polikliniek neuromusculaire ziekten van het Universitair Medisch Centrum in Utrecht.

Behandeling van MMN

De behandelend arts kan medicijnen voorschrijven zoals intraveneuze immuunglobuline (IVIg). Dit heeft bij ongeveer 85% van de mensen met MMN een redelijk effect. De noodzakelijke hoeveelheid per kuurdag verschilt per patiënt.
De werking van IVIg is meestal tijdelijk. De meerderheid van de mensen met MMN krijgt daarom op termijn een onderhoudsbehandeling met IVIg.
Het is aan te raden de eerste behandeling met IVIg te laten plaatsvinden in een ziekenhuis waar men ervaring heeft in het geven van de behandeling en het evalueren van het effect ervan. Bij een goede reactie op IVIg is het ook mogelijk immuunglobuline zelf toe te dienen via een onderhuids infuus met een frequentie van een tot twee keer per week (subcutaan immuunglobuline, scIgG).

Alleen de behandelingen met immuunglobuline (IVIg of scIgG) zijn bewezen effectieve behandelingen; prednison lijkt niet te helpen en kan als bijwerking verergering van de spierzwakte veroorzaken.

Naast medicijnen die het ziekteproces kunnen beïnvloeden, ondervinden veel mensen met MMN baat bij lichaamsbeweging, vaak onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Hierbij moet men zich realiseren dat de reserve in spierkracht bij mensen met MMN vaak veel geringer is dan bij mensen zonder die ziekte. Overmatig trainen met als gevolg langdurige spierpijn (langer dan 48 uur na de inspanning zelf) is dan ook niet aan te bevelen.

Er is een speciale brochure voor de fysiotherapeut over langzaam progressieve spierziekten
U kunt de brochure downloaden en zelf aan uw fysiotherapeut geven.

Folder over MMN

Een samenvatting van de informatie vindt u in deze folder.

Folder over IVIg

Informatie over intraveneus immuungblobuline

Wetenschappelijk onderzoek

Naar de oorzaak en behandeling van MMN wordt internationaal onderzoek verricht.

Ervaringen uitwisselen

Mensen met een spierziekte ontmoeten elkaar op het

Hulpmiddelen vinden

Op de hulpmiddelensite staat veel informatie over hulpmiddelen en aanpassingen voor mensen met een spierziekte. Er is ook een tweedehandsmarkt voor hulpmiddelen.