Op school

Op school

Kinderen en jongeren horen naar school te gaan en met leeftijdgenoten samen te leren en te spelen. Dat geldt ook voor kinderen en jongeren met een handicap of ziekte. Je hoort erbij, op een gewone school als dat kan. Met alle voorzieningen, aanpassingen, hulp en zorg die daarvoor nodig zijn. Of op een speciale school, als je daar beter op je plek bent. Hier gaat het over de voorzieningen die beschikbaar zijn om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren naar een gewone school kunnen gaan - naar een basisschool, voortgezet onderwijs of een beroepsopleiding.

Passend onderwijs

Elk kind verdient goed onderwijs, ook kinderen die daarbij extra pedagogische ondersteuning nodig hebben. Bij voorkeur op een gewone school in de buurt. Dat is het idee achter passend onderwijs. De school waar u uw kind aanmeldt, is er verantwoordelijk voor dat uw kind passend onderwijs krijgt. Let wel: dit gaat alleen over pedagogische ondersteuning, bijvoorbeeld door extra aandacht in de klas of door remedial teaching of andere trainingen door een aparte juf of meester.

Alleen als de gewone school echt onvoldoende pedagogische ondersteuning kan bieden, kan het kind naar het speciaal onderwijs. Voor kinderen met een spierziekte gaat het om (voortgezet) speciaal onderwijs voor leerlingen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte (cluster 3). Er geldt hiervoor geen landelijke indicatieprocedure meer. De aanmelding verloopt via de Samenwerkingsverbanden passend onderwijs (SWV). Als zo’n samenwerkingsverband een Toelaatbaarheidsverklaring afgeeft, kan uw kind naar het speciaal onderwijs.

Ondersteuning door zorgconsulenten

U kunt ondersteuning krijgen via de onderwijszorgconsulenten (OZC). Deze consulenten helpen school en ouders bij het regelen van zorg op school, dus ook bij de organisatie en bekostiging. Deze consulenten werken bij de onderwijsadviesbureaus en bij de educatieve voorzieningen van de UMC's. Zij denken met scholen en ouders mee over een goede invulling van het onderwijsprogramma.

Hulpmiddelen en aanpassingen

Zit uw kind op een gewone, reguliere school, dan is de school verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van het gebouw en voor de aanpassingen die dat vraagt. Tenminste, zolang het gaat om aanpassingen die 'vast' in het gebouw zitten en die uw kind dus niet kan meenemen als het naar een andere school gaat.

Heeft uw kind zogenoemde ‘meeneembare voorzieningen’ nodig (zoals een aangepaste computer of een aangepaste stoel), dan kunt u die zelf aanvragen bij het UWV. Deze aanvraag hoeft dus niet via de school te lopen.

Volgt uw kind speciaal onderwijs, dan is de school verantwoordelijk voor de verstrekking van voorzieningen en de toegankelijkheid van het gebouw. U hoeft die voorzieningen dus niet meer zelf aan te vragen bij het UWV.

Vervoer

Kinderen die niet zelfstandig naar school kunnen, maken aanspraak op leerlingenvervoer, geregeld door de gemeente. Jongeren die naar een beroepsopleiding (roc) of het hoger onderwijs (hbo of wo) gaan, kunnen bij het UWV aankloppen voor een vervoersvoorziening.
Meer over vervoer naar school

Verpleging, verzorging en begeleiding

Heeft uw kind verpleging, verzorging of begeleiding nodig tijdens de schooluren, dan krijgt u die zorg vanuit dezelfde regelingen (uitgevoerd door dezelfde instanties) waaruit ook de zorg bij u thuis wordt bekostigd. Er zijn daardoor verschillende mogelijkheden.

  • Uw kind krijgt begeleiding van uit de Jeugdwet, betaald door de gemeente.
  • Uw kind krijgt verpleging, persoonlijke verzorging of intensieve kindzorg vanuit de wijkverpleging, betaald door de zorgverzekeraar.
  • Uw kind krijgt langdurige, intensieve zorg op basis van een indicatie van het CIZ, vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), uitgevoerd door het zorgkantoor.

In al die gevallen zult u met de school en met de aanbieders van deze zorg (in natura of door u zelf ingehuurd met een persoonsgebonden budget) afspraken moeten maken over het leveren van deze zorg op school.

Meer informatie