Oververhitting bij anesthesie
Een mogelijke bijwerking bij enkele spierziekten
Een ernstige oververhitting (ook maligne hyperthermie, letterlijk ‘kwaadaardige’ oververhitting genoemd) is een zeer zeldzame, maar gevreesde en soms levensbedreigende bijwerking van algehele anesthesie. Deze kan ontstaan als dampvormige verdovingsmiddelen (halothane, enflurane, isoflurane, sevoflurane, desflurane) of de depolariserende spierverslapper succinylcholine gebruikt wordt bij mensen die hier door een genetische aanleg extra gevoelig voor zijn. In korte tijd slaat de lichaamstemperatuur dan om en kan er een levensbedreigende oververhitting ontstaan.
Overgevoeligheid is bekend bij een kleine groep spierziekten. Daarbij horen de congenitale spierziekten die veroorzaakt worden door een afwijking in het RYR1-gen zoals sommige vormen van cental core disease, multiminicore disease en RYR1-myopathie. Ook afwijkingen in het CACNA1S-gen kunnen leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor maligne hyperthermie. Bij mensen met andere spierziekten kunnen dampvormige anesthetica in principe gewoon gebruikt worden, maar langdurig gebruik wordt afgeraden.
Meld het wanneer de overgevoeligheid in de familie voorkomt
De laatste jaren is de kans op overlijden door maligne hyperthermie fors gedaald. Essentieel is daarbij dat iemand van wie bekend is dat hij of zij overgevoelig is voor het ontwikkelen ervan, eerdergenoemde middelen niet krijgt. Hetzelfde geldt voor familieleden van deze mensen zolang niet expliciet bevestigd is dat zij de gevoeligheid niet hebben.
Als maligne hyperthermie in de familie voorkomt of als er een RYR1-mutatie is vastgesteld waarvan het effect nog onbekend is, kan DNA-onderzoek of een spiertest (‘in vitro contractuurtest’ [IVCT]) gedaan worden om vast te stellen of iemand wel of niet overgevoelig is om maligne hyperthermie te ontwikkelen. Dit kan gedaan worden in het expertisecentrum maligne hyperthermie in het CWZ-ziekenhuis in Nijmegen.
Meer over de voorzorgsmaatregelen die genomen moeten worden en hoe u uw arts kunt informeren over de risico’s, vindt u bij Voorzorgsmaatregelen bij anesthesie
Gecontroleerd door dr. N. Voermans, neuroloog en dr. M.M.J. Snoeck, anesthesioloog.